KENNISBANK
Kies de juiste veiligheidsschoen
Geen werk zonder veiligheidsschoenen. Veiligheidsschoenen moeten goed passen ter voorkoming van klachten van het bewegingsapparaat en de modellen moeten doelmatig afgestemd zijn op de vastgestelde risico’s. All Safety kan u adviseren.
Een toelichting en onderbouwing hoe veiligheids-schoenen en werkschoenen binnen uw bedrijf in te zetten volgt.
Een schoen moet goed passen. Dit betekent een juiste lengte-en breedtemaat. Iedere schoenfabrikant hanteert een eigen meetsysteem. Hierdoor kunnen verschillen in maatvoering ontstaan. Veiligheidsschoenen moet je vooraf passen en er even mee lopen. Tenen mogen de stalen neus niet raken. De hiel moet fitten en niet uit de schoen slippen. Materiaal op de wreef moet tijdens lopen mooi aansluiten en geen grote plooi laten zien.
Hoe minder stiknaden hoe beter. Voorkeur heeft het ontwerp waarbij de bovenkap en de watertong van een schoen uit één onderdeel bestaat. Een schoen met vier ogen laat zich goed gelijkmatig over de wreef veteren. Belangrijk ivm lekkage, drukplekken op huid en goede bloedcirculatie.
Een voldoende hoge rechte hak, van minimaal 1 centimeter over de gehele breedte van de loopzool is vereist. Design en mode brengen deze vereiste van de hak wel eens te ver op de achtergrond.
Een hak van een schoen is nodig om o.a. veilig een trap op en af te kunnen gaan. Bij het verstappen kan de hak cruciaal zijn om een onverwachte vallende beweging te kunnen onderbreken. Een vlakke zool kan het uitglijden afremmen door de slipweerstand van de zool, maar kan een vallende beweging niet onderbreken.
Slipvastheid
De slipvastheid van een veiligheidsschoen zegt iets over de grip met de ondergrond. Uit de technische informatie moet blijken of deze voldoende hoog is. De werking van de slipvastheid wordt ook bepaald door de aanwezige condities (beton, ijzer, olie) op de werkvloer. Uit de analyse van de risico inventarisatie blijkt wat vereiste wordt. All Safety kan mede met ondersteuning vanuit de fabrikant, u goed van dienst zijn.
Waterdichte schoenen
Droge voeten houden wordt bepaald door het soort materiaal wat aan de buiten- en binnenkant van de veiligheidsschoen is toegepast. Zoals eerder genoemd, indien bovenkap en watertong uit één stuk bestaan, dus geen stiknaden en niet gecombineerd met een stofmateriaal, dan is de kans op vloeistoffen in de schoen aanzienlijk minder. Goed onderhoud door schoen in te vetten of regelmatig te poetsen voorkomt natte voeten.
Veiligheidsschoenen voorzien van een niet waterdoorlatende coating aan de buitenkant is geen goed alternatief. Ventilatie en het ademen van materiaal blijven belangrijke eigenschapen om de huid in goede conditie te houden. Mocht de waterdoorlaatbaarheid van veiligheidsschoen toch een probleem geven dan bestaat er een extra optie de naden aan de binnenzijde van schoen te dichten (sealen).
Profiel
Het profiel moet goed grip blijven houden met de ondergrond. Het profiel van de loopzool moet enige diepte hebben, in de lengte verlopen en doorlopend met elkaar verbonden zijn tot aan de buitenranden van de veiligheidsschoen. Op deze wijze kan het vuil onder de loopzool goed weg.
Het dwarsprofiel op de loopzool voor en achter heeft invloed op de lengte van de loopafwikkeling. Hoe breder of hoe groter het oppervlakte van het dwarsprofiel hoe korter je afwikkeling, je loop, je stap zal zijn. Voor een goede demping van de loopzool is de combinatie polyurethaan met nitril rubber wel een meerwaarde.
Soort model, laag of hoog?
Een veel gestelde vraag is moet je nu een laag model (type A) of een half hoog model (type B) veiligheidsschoen kiezen? Standaard is aan te bevelen om een laag model veiligheidsschoen te dragen tenzij het werk of een medisch advies anders vereist. Vastgesteld is hoe meer je inpakt hoe meer weefsels slinken en hoe meer instabiliteit. Minder kracht vergroot de kans op misstappen, zwikken / verstuiken van enkels. Een voet die goed wordt getraind blijft sterk.
Indien uit de RI&E blijkt dat werkzaamheden een half hoge of eventueel een nog extra hogere veiligheidsschoen vereist, dan is een schacht tot boven de enkels een belangrijke eis, die in het ontwerp van de veiligheidsschoen moet zijn meegenomen.
De inzet van een lederen of een rubber veiligheidslaars dient altijd tijdelijk te zijn. Zowel de passing, de fitting van de hiel, als de afwikkeling van de voet zijn hierin anders. De voet zit ruimer waardoor de voet vaak een klauwende beweging maakt. Een laars kun je niet veteren. Continu gebruik van laarzen kan allerlei lastige aandoeningen veroorzaken zoals extra eeltvorming (wrijving), knobbelvorming op het hielbeen (exostosen) en klauwstand van de tenen waardoor tenen uiteindelijk tegen de onderkant van de stalen neus kunnen komen.
Kies voor een S2 of S3 veiligheidsschoen
Binnen de industrie geldt een keus voor veiligheidsschoenen uit categorie 2 of 3. Categorie 1 betreft een beschermschoen en biedt in het algemeen onvoldoende bescherming binnen de industrie. Blijft over categorie 2 en 3. De veiligheidsneus kan hier standaard 200 Joule impact weerstaan.
De kans dat werk in verschillende risicogebieden moet worden uitgevoerd is reëel aanwezig. Belangrijk is dat werknemers zich binnen het gehele bedrijf kunnen verplaatsen. Inzet van een voldoende hoog beschermingsniveau, gestandaardiseerd is dus zinvol, functioneel en werkt op langere termijn kostenbesparend.
Dat betekent dat het zinvol en functioneel is om standaard de inzet van de hoogste categorie, te weten naar samenstelling EN-ISO 20345 en beschermingsgraad S3, in overweging te nemen.
Door een mondopoint systeem voor veiligheidsschoenen toe te passen zorgt dat maatvoering en inkoopbeleid voor de gehele doelgroep goed wordt beheerd. All Safety heeft hierin de nodige ervaring opgebouwd en kan u hier professioneel in adviseren.
Uit de RI&E analyse kan ook blijken dat met een lager beschermingsniveau gewerkt kan worden. Er is dan sprake van een beschermschoen. Een beschermschoen heeft standaard een veiligheidsneus die de impact van 100 Joule kan weerstaan. Een vlakke loopzool (zonder hak) kan de voorkeur hebben. (geen werkhoogten, trappen, rijdend materiaal). Ook goed toepasbaar voor vertegenwoordigers binnen de industrie en het midden- en kleinbedrijf (mkb).
Kevlar of stalen zool?
Binnen de normering EN-ISO 20345 S3 geldt dus een 200J neus, een stalen plaat of een kevlar laag onder de tussenzool. Een stalen plaat (*symbool P ) sluit beter rondom af dan een kevlar laag waar altijd de mogelijkheid bestaat dat een scherp voorwerp aan de uiterst randen van de schoen alsnog kan doordringen. Andere eigenschappen zijn: antistatisch (*A), geleidend (*C), warmte (*HL) en koude (*CL) isolerend, energie schokabsorberend hak (*E) en hitte-(*HRO) en oliebestendig (*ORO), waterdichte schacht (*WRU). Binnen deze norm gesteld mag u er vanuit gaan dat al deze zaken een goed afdoende hoog beschermingsniveau bieden.
Aan de binnenkant van de watertong zijn alle technische kenmerken onuitwisbaar voor de duur van de veiligheidsschoen, weergegeven. Te weten: CE keurmerk. categorieaanduiding, schoenmaat, fabrikant, modelnaam, fabricageland en productiedatum.
Chemische bestendigheid
Voor werken in de industrie is het materiaal chemicaliën bestendig leder de beste optie. Aan de binnenkant van de schoen worden synthetische materialen die koude en warmte regulerende eigenschappen hebben toegepast. Uitgezonderd bij o.a chroom allergie wordt chroom-vrij-leder ook binnen in de schoen toegepast. All Safety laat u met bovenstaande inhoud zien dat geheel aan veiligheid voor veiligheidsschoenen een integrale benadering kent (technische, gezondheidskundige en ergonomische specificaties van PBM’s). Belangrijk om op basis hiervan ook te kiezen en hiermee het werk veilig en gezond te kunnen uitvoeren.